De risico’s die je als organisatie loopt bij schijnzelfstandigheid zijn niet mals. Fiscaal gezien kan de Belastingdienst je een boete opleggen. Deze boete kan oplopen tot 100% van de verschuldigde loonheffingen. Hoe meer zzp’ers als schijnzelfstandigen worden bestempeld, hoe hoger de boete. Dit kan zomaar oplopen tot honderdduizenden euro’s. 

Naast het fiscaal risico loop je ook een arbeidsrechtelijk risico. Als er sprake is van schijnzelfstandigheid is een zzp’er opeens in loondienst. Dat betekent dat je kan worden verplicht om alsnog loon te betalen conform de cao of de geldende arbeidsvoorwaarden. Dus ook het betalen van vakantiegeld, overuren, en andere arbeidsvoorwaarden die bij een dienstverband horen. Daarnaast kan je verantwoordelijk gehouden voor o.a. achterstallige betaling van pensioenpremies, Ziektewet en WW-premies, arbeidsongeschiktheid en ontslagvergoedingen. Sinds het inmiddels welbekende Deliveroo-arrest waarin bezorgers door de Hoge Raad als werknemers i.p.v. zzp’ers werden gezien, is het aantal rechtszaken over schijnzelfstandigheid flink toegenomen. Zo oordeelde het gerechtshof Amsterdam dat Mediahuis de schijnzelfstandigen diverse ontslagvergoedingen moest betalen, oplopend tot ruim € 75.000,- per zaak.